Het hart pompt bloed in de bloedvaten door zich bij elke hartslag samen te trekken en dan weer te ontspannen. Dit geeft een bepaalde druk in de bloedvaten en dat noemen we de bloeddruk. De bloeddruk wordt gemeten met een bloeddrukmeter en wordt uitgedrukt in twee getallen. Het eerste getal is de bovendruk: de druk wanneer het hart zich samentrekt. Het tweede getal is de onderdruk: de druk wanneer het hart zich ontspant. We spreken van verhoogde bloeddruk als de bovendruk 140 of hoger is, of als de onderdruk 90 of hoger is. De bloeddruk verandert voortdurend, afhankelijk van lichaamshouding, activiteiten en spanningen. Daarom is één meting niet voldoende en wordt de meting herhaald. Van deze twee metingen nemen we het gemiddelde. Als de gemiddelde waarde te hoog is, wordt de bloeddrukmeting tijdens een tweede bezoek aan de praktijk herhaald.
Meestal is er geen oorzaak voor de hoge bloeddruk te vinden. In sommige families komt hoge bloeddruk vaker voor. Verder kunnen overgewicht en het gebruik van veel zout, veel drop en veel alcohol de bloeddruk verhogen. De bloeddruk kan ook stijgen door gebruik van bepaalde medicijnen, zoals sommige pijnstillers (zoals ibuprofen en diclofenac) of corticosteroïden (prednison). In zeldzame gevallen is de hoge bloeddruk het gevolg van een nieraandoening.
Hoge bloeddruk geeft zelden klachten.
Hoge bloeddruk is geen ziekte, maar geeft wel een verhoogde kans op hart- en vaatziekten (bijvoorbeeld een beroerte of een hartinfarct). Het is wat we noemen een risicofactor voor hart- en vaatziekten. De kans op hart- en vaatziekten wordt niet alleen door uw bloeddruk bepaald. Roken en suikerziekte (diabetes) bijvoorbeeld hebben er ook invloed op. Ook als u al een hart- of vaatziekte heeft (of heeft gehad), of als het cholesterolgehalte van uw bloed te hoog is, heeft u een verhoogde kans op het krijgen van (nieuwe) hart- of vaataandoeningen. Heeft u meer van dit soort risicofactoren, dan is de kans op een hart- en vaatziekte groter.
Als u onderstaande adviezen opvolgt, wordt de kans dat u een hart- of vaatziekte krijgt kleiner. Soms daalt door deze maatregelen ook de bloeddruk.
Niet iedereen met een hoge bloeddruk hoeft medicijnen te nemen om de bloeddruk te verlagen. Soms is het voldoende de adviezen op te volgen om uw risico op hart- en vaatziekten te verlagen. Het hangt af van uw bloeddruk, de risicofactoren en uw geschatte risico op hart- en vaatziekten of bloeddrukverlagende medicijnen zinvol zijn. Bloeddrukverlagende medicijnen worden aangeraden:
Heeft u geen hart- en vaatziekte gehad en geen diabetes mellitus, dan wordt gekeken naar:
Heeft u een lage cholesterolverhouding en rookt u niet, dan kan het heel goed zo zijn dat u ondanks een verhoogde bloeddruk toch geen medicijnen hoeft te nemen. Het advies is dan vaak: gezond eten en bewegen.
Een gezonde leefstijl blijft altijd van belang, ook als uw bloeddruk niet (meer) verhoogd is. Hoe vaak u voor controle moet komen, hangt af van uw andere risicofactoren. Een keer per jaar controleren we of er factoren zijn veranderd waardoor uw risico op hart- en vaatziekten is toe- of afgenomen. Als het risico is toegenomen, krijgt u misschien voor het eerst medicijnen om de bloeddruk te verlagen.
Als u na het lezen van deze brief nog vragen heeft, kunt u daar bij een volgend contact op terugkomen.
Download het inschrijfformulier en vul uw gegevens in.
Wij helpen u dan graag verder.